Voorkomen is beter dan genezen! Om uw hond te beschermen tegen besmettelijke ziekten, zoals hondenziekte, parvo, hepatitis, ziekte van Weil, kennelhoest en rabiës, is het verstandig om uw dier jaarlijks te laten vaccineren.
Een vaccin bevat één of meerdere ziekteverwekkers. Deze ziekteverwekkers zijn echter zo bewerkt, dat ze niet meer in staat zijn de ziekte te veroorzaken. Als reactie op het vaccin, gaat de hond zelf afweerstoffen tegen de ziekte aanmaken. Wanneer de hond later met de ziekte in aanraking komt en wordt geïnfecteerd zijn er al afweerstoffen aanwezig. De afweerstoffen komen direct in actie en vernietigen de ziekteverwekkers, waardoor uw dier minder of zelfs helemaal niet ziek wordt. Ziektes waartegen wordt gevaccineerd:
Hondenziekte (ziekte van Carré/canine distemper)
Hondenziekte wordt veroorzaakt door een zeer besmettelijk virus. Vooral jonge honden zijn gevoelig voor deze ziekte, maar ook vossen en fretten kunnen geïnfecteerd raken. De eerste symptomen van deze ziekte zijn vaak onschuldig, een loopneus, wat hoesten en koorts. Dit kan zich echter verder ontwikkelen tot een longontsteking. Het virus tast niet alleen de luchtwegen aan maar leidt ook tot ontstekingen in darmen, wat tot diarree leidt. In een later stadium van de ziekte treedt er hersenvliesontsteking op, waardoor zenuwverschijnselen optreden. Tevens kan er een verdikking van de hoornlaag op de neus en voetzooltjes optreden. Honden worden geïnfecteerd door virusdeeltjes, die worden uitgescheiden met de afscheiding uit neus en ogen door besmette dieren. Geïnfecteerde honden, die de infectie overleven, kunnen het virus meerdere maanden blijven uitscheiden en zo andere dieren infecteren. Meer dan 50% van de zieke honden overleeft het niet.
Parvo
Parvo wordt veroorzaakt door het canine parvo virus. Het is een zeer besmettelijke en vaak dodelijke ziekte, die wordt verspreid via de ontlasting van een besmette hond. De virusdeeltjes kunnen gedurende lange tijd in de omgeving aanwezig blijven en zijn ongevoelig voor veel ontsmettingsmiddelen. Het virus veroorzaakt ernstige ontstekingen in de darmen, waardoor een wee ruikende bloederige diarree ontstaat. Dit gaat vaak gepaard met braken. Het virus kan ook doordringen tot de hartspier. Jonge hondjes die met het parvo virus zijn geïnfecteerd vallen soms plots dood neer, doordat het virus tot een hartstilstand heeft geleid.
Ziekte van Weil (leptospirose)
De ziekte van Weil wordt veroorzaakt door leptospiren. Dit zijn bacteriën, die door geïnfecteerde dieren via de urine worden uitgescheiden. Ook andere dieren en de mens kunnen de ziekte van Weil oplopen. De bruine rat speelt een belangrijke rol bij de verspreiding van deze ziekte. Een geïnfecteerde rat scheidt leptospiren uit met zijn urine; deze komen in het water van vijvers, plassen, sloten en grachten terecht. Uw hond kan zich infecteren door het water te drinken of te zwemmen in deze wateren. De bacteriën dringen door slijmvliezen en de huid het lichaam binnen en nestelen zich in de nieren en de lever waar zij schaden aanrichten. Symptomen, die u kunt opmerken, zijn algemeen ziek zijn, koorts, maag-darm stoornissen, donkergele urine en gele slijmvliezen.
Hepatitis contagiosa canis
Hepatitis contagiosa canis is een besmettelijke leverziekte, die wordt veroorzaakt door het adeno virus type 1. Het virus wordt verspreid via urine van geïnfecteerde honden. Via inademing of opname met de bek van de virus deeltjes, wordt de hond besmet. Een hond, die de ziekte heeft doorgemaakt en hiervan is genezen, kan nog maanden virusdeeltjes uitscheiden met zijn urine. De symptomen kunnen variëren van lichte koorts tot een acuut verlopende ziekte die, zich kenmerkt door ooguitvloeiing, hoge koorts, opeenhopingen met bloederig vocht in de lichaamsholten en een vergrote lever.
Kennelhoest
Kennelhoest is een soort uit de hand gelopen “hondenverkoudheid” en wordt veroorzaakt door verschillende factoren:
- Canine Adeno virus type 2
- Parainfluenza virus
- De bacterie Bordetella bronchiseptica
Honden infecteren zichzelf door orale opname of inademing van de bovenstaande ziekteverwekkers, die de luchtwegen aantasten. De symptomen zijn vaak niezen en een harde droge hoest door ontsteking van de luchtpijp. Deze ontsteking kan zich naar de lagere luchtwegen verspreiden. Er ontstaan kleine wondjes in mond-, neus- en keelholte door niezen en hoesten, die geïnfecteerd kunnen worden door de bacterie Bordetella brochiseptica.
Men noemt de ziekte kennelhoest, omdat de ziekte vaak uitbreekt in kennels, waar veel honden bij elkaar zijn en de hele dag staan te blaffen. Het is echter niet zo, dat uw hond alleen maar kennelhoest kan oplopen in een kennel! Ook voor honden, die met veel andere honden in aanraking komen, zoals honden, die naar shows gaan, puppycursus of met de uitlaatservice mee gaan, is het aan te raden om ze te vaccineren tegen kennelhoest.
Rabiës
Rabiës of hondsdolheid is een erg gevaarlijke besmettelijke ziekte met altijd de dood als gevolg. Het is besmettelijk voor alle warmbloedige dieren en ook voor de mens. De infectie wordt meestal verspreid door de beet of krab van een geïnfecteerd dier. Het speeksel van een geïnfecteerd dier bevat rabiës virusdeeltjes. Het virus verspreidt zich via de zenuwen naar de hersenen. Na enige tijd treden gedragsveranderingen op, die zich kunnen uiten als agressief gedrag.
Nederland is momenteel vrij van rabiës, maar in België en Duitsland worden nog wel vossen gesignaleerd, die geïnfecteerd zijn met rabiës en gemakkelijk de Nederlandse grens kunnen oversteken. Wanneer u uw hond meeneemt naar deze gebieden of naar het buitenland, dan moet uw dier gevaccineerd worden tegen rabiës. Mocht u een hond of kat uit het buitenland meenemen naar Nederland, dan dient ook deze te worden gevaccineerd. In sommige gevallen is een titerbepaling van de antilichamen in het bloed verplicht.
Vaccinatie schema
Pups krijgen een serie basisinentingen om een beschermde start te kunnen maken. Deze entingen worden gegeven op 6, 9 en 12 weken leeftijd. In deze periode neemt de werking van de antistoffen van de moedermelk af. Hierna dient uw hond jaarlijks gevaccineerd te worden om beschermd te blijven.
Tegenwoordig is bekend, dat de beschermingsduur van een vaccin niet voor alle ziekteverwekkers hetzelfde is. De beschermingsduur van het vaccin tegen de ziekte van Weil(leptospirose) en de kennelhoest vaccinatie is 1 jaar. De beschermingsduur van het vaccin tegen parvo, hepatitis en hondenziekte (ziekte van Carré) is 2 jaar. Dit houdt in, dat uw hond ieder jaar gevaccineerd moet worden tegen de ziekte van Weil en desgewenst tegen kennelhoest. Uw hond hoeft slechts één keer in de drie jaar tegen parvo, hepatitis en hondenziekte gevaccineerd te worden.
Weil vaccinatie
Om uw hond van de beste bescherming te voorzien enten wij tegen de ziekte van Weil(leptospirose) tegenwoordig met het nieuwe vaccin Nobivac L4. Dit vaccin leidt tot bescherming tegen 4 leptospirosestammen in plaats van slechts tegen 2 stammen, waartegen andere vaccins werken. Zeker voor echte waterratten is dit vaccin aan te raden. Indien uw hond voor de eerste keer met Nobivac L4 wordt gevaccineerd, dient de vaccinatie na 4 weken eenmalig herhaald te worden. Hierna is een jaarlijkse vaccinatie voldoende voor een goede bescherming.
Kennelhoest vaccinatie
Kennelhoest vaccinatie is niet alleen voor honden, die naar de kennel gaan. Jonge en juist wat oudere honden zijn vatbaarder voor infectieziektes, zoals kennelhoest. Het is verstandig om deze dieren te vaccineren. Ook voor honden, die met veel andere honden in aanraking komen, zoals honden, die naar shows gaan, puppycursus of met de uitlaatservice mee gaan is het aan te raden om ze te vaccineren tegen kennelhoest. In grote groepen is de infectiedruk en daarmee de kans om de ziekte op te lopen namelijk hoger.
Indien uw hond naar een kennel of een pension gaat, is het zeker aan te raden om hem of haar te vaccineren tegen kennelhoest. Veel pensions stellen deze vaccinatie zelfs verplicht en willen dat de dieren uiterlijk 3 weken voordat de hond de kennel in gaat tegen kennelhoest wordt gevaccineerd. Informeer naar de eisen, die gelden bij uw pension/kennel of cursus.
Rabiës vaccinatie
Indien uw dier mee gaat naar het buitenland, is het verplicht om te vaccineren tegen rabiës (hondsdolheid). Voor de meeste landen binnen de EU geldt, dat het dier tenminste 21 dagen voor de reis ingeënt moet zijn.
Indien uw dier naar het buitenland gaat, moet u tevens in het bezit zijn van een Europees dierenpaspoort en moet uw dier geïdentificeerd kunnen worden aan de hand van een chip.
Voor sommige landen binnen de EU en landen buiten de EU kunnen er aanvullende invoereisen zijn. Voor vragen hierover kunt u contact met ons opnemen. Meer informatie hierover en de invoereisen per land kunt u vinden op de website van de LICG.
Ook wanneer u uw hond mee neemt naar de grensgebieden tussen België en Duitsland, is het raadzaam om uw dier tegen rabiës te vaccineren. In België en Duitsland worden nog wel eens met rabiës geïnfecteerde vossen gesignaleerd.